vrijdag 30 maart 2018

Beverwandeling op Tweede Paasdag



De bomen zijn nog kaal. Een goede tijd voor een beverwandeling. Wie gaat er met me mee op Tweede Paasdag 2 april om 13.30 uur? 
Een wandeling met burchten, heel veel verse knaagsporen aan bomen en eetplekken van de bever. Hopelijk vinden we wissels en ruiken we verse geurmerken. 

De wandeling duurt 2 á 2,5 uur en er is ruimte voor al je vragen. Ik heb veel te vertellen over bevers. Waarschijnlijk zul je laarzen moeten dragen, of in ieder geval waterdichte wandelschoenen. 
De exacte locatie (ergens in de buurt van Stevensweert in Limburg) maak ik bekend bij de mensen die zich aanmelden voor deze wandeling. Wie het eerst komt, die het eerst maalt. Vol is vol en ik denk dat 20 personen het maximum is. 
 
Deze wandelingen organiseerde ik de afgelopen 3 jaren bij de Teggerse Plas en de Dilkensplas; nu kies ik een andere locatie.

Je kunt je aanmelden door een mail te sturen naar willydekoning@home.nl. 
Deelnamekosten per persoon: vrijwillige bijdrage. Mijn dvd 'Het leven van de Bever/Belevenissen met Bevers' en mijn boek 'Avonden aan de Waterkant' zijn na afloop voor een zacht prijsje te koop.

Met vriendelijke groet, Willy de Koning

dinsdag 27 maart 2018

De geur van castoreum




Wat beleef ik toch een hoop plezier aan de bevers! 


In het voorjaar en de zomer geniet ik volop als ik de bevers in de vrije natuur bekijk vanuit mijn kano of vanaf de oever. Achter de computer doe ik dat nog eens dunnetjes over tijdens het monteren van filmpjes. 


En in herfst, winter en het vroege voorjaar mag ik er nogmaals van genieten bij het geven van lezingen en het verzorgen van excursies. 
In de beginjaren dat ik lezingen gaf was dat vooral in mijn directe omgeving, maar naarmate de beverpopulatie zich uitbreidt over Nederland doen mijn lezingen dat ook. Onlangs mocht ik naar Apeldoorn en naar Wageningen.



In Wageningen verzorgde ik voor het KNNV na de lezing met filmvertoning ook nog een wandeling in de uiterwaarden bij de Rijn. Leuk publiek, bedankt allemaal voor jullie komst en jullie interesse. Dank ook aan Rhea Dekker voor de voortreffelijke organisatie. 
 


Samen beleefden we een hele fijne dag en het weer werkte ook nog mee. We vonden veel sporen in de uiterwaarden, onder andere knaagsporen hoger in de struiken en bomen, overblijfselen van de hoogwaterperiode begin dit jaar. 
Om de bevers niet te verstoren bekeken we de burcht vanaf de oever aan de overkant van de geul; een flink uit de kluiten gewassen onderkomen, dus goed te zien. 

Eén van de deelnemers vond beverkeutels op de oever. We zagen talloze knaaghoutjes die de deelnemers als trofeeën mee naar huis namen. 

  
 

Helaas vond ik geen verse prenten of een geurmerk. De volgende dag ging ik in mijn eentje beversporen zoeken in Limburg en hoppa....binnen 2 minuten kreeg ving mijn neus de geur van vers castoreum op. Ik vond het geurmerk en smeerde het castoreum op een bevertakje. 





 

Dat knaaghoutje ligt nu op mijn bureau en het is nog steeds heel goed te ruiken. Ik hoop dat het de geur goed vasthoudt, dan kan ik het bij mijn volgende beverlezing aan de mensen laten ruiken.

 
Die geur is heel karakteristiek. Als je het eenmaal hebt geroken vergeet je het niet meer. Het is een mengeling van het ouderwetse ziekenhuisluchtje Lysol en van schoensmeer. Ik steek het stokje nog eens even onder mijn neus en snuif de geur op....Klopt!



donderdag 22 maart 2018

Opiniestuk voor Vakblad Groen



Vakblad Groen is een magazine over ruimte in stad en landschap en wordt gelezen door bestuurders en proffesionals in de groene sector. De redactie vroeg me om een opiniestuk te schrijven over de bever. De tekst staat hieronder.

“Ik ben blij met het beverprotocol, anders verliest de bever alle goodwill”

In 1826 verdween de Europese bever (Castor fiber) uit Nederland. Bevers waren geliefd om hun kostbare vacht en gehaat om hun activiteiten. Om beide redenen werden ze in Europa uitgeroeid, op een paar kleine restpopulaties na. In 1988 werden ze in de Biesbosch geherintroduceerd en eerder al in enkele andere Europese landen. Solitaire bevers trokken vanuit België en Duitsland naar Limburg. Om hen van partners te voorzien werden er in de periode 2002-2004 ruim 30 bevers bijgeplaatst.

In 2007 zag ik voor het eerst beverknaagsporen en mijn interesse was gewekt. Ik viel als een blok voor de bever en ze blijven me boeien door hun fascinerende levenswijze en hun leuke uiterlijk. Deze knaagdieren voeden zich met boombast, takken, grassen, kruiden, waterplanten en soms fruit en landbouwgewassen. Ze kunnen niet klimmen en knagen dus bomen om om bij hun voedsel te komen. Zo nodig passen ze het landschap aan hun wensen aan. Dat doen ze door dammenbouw, zo worden ondiepe beken diep genoeg om veilig te kunnen zwemmen en voedsel te transporteren.



Ik leerde de bevers steeds beter kennen. Als autodidact maakte ik er films over, schreef een boek, geef lezingen en excursies en word soms geraadpleegd door professionals. Waar ik eerst nog moeite moest doen om een glimp van een bever op te vangen, daar struikel ik er nu bijna over. In Limburg, mijn woonprovincie, groeit de populatie het hardst vanwege de genetische variatie. Niet verwonderlijk dus dat zich hier de eerste problemen aandienden. Dammenbouw verhoogt de grondwaterstand en het waterschap maakt hoge kosten om dit voor boeren op een aanvaardbaar peil te houden. Talloze bomen leggen het loodje en dat is in stadsparken geen fraai gezicht. Gemeenten nemen maatregelen om hun bomen te beschermen. Het beverprotocol van de provincie Limburg maakt het nu zelfs mogelijk om bevers te doden, nadat alle alternatieve oplossingen zijn uitgeprobeerd. Het kon niet uitblijven; daar volgden zowel emotioneel verzet als instemming op.
 
En ik? Ik ben blij met het beverprotocol, anders verliest de bever alle goodwill. Werknemers van het waterschap zullen hier uitvoering aan geven en ik verwacht dat dit jaar de eerste bevers gedood zullen worden. De bever is nog steeds een beschermd dier, de rechtmatigheid van deze acties wordt achteraf door de rechter getoetst. Het is dus zaak om strikt volgens het protocol te werken. Eerst de alternatieve oplossingen toepassen zoals bomen beschermen, dammen verlagen of voorzien van een buis, rasters aanleggen, gebied aankopen enzovoort. Bevers leveren hun bijdrage aan de biodiversiteit, maar veroorzaken soms ook overlast. In ons postzegellandje zijn er nu eenmaal regels nodig om dat in goede banen te leiden.

Willy de Koning, Sittard


woensdag 7 maart 2018

Burcht in vanggebied verwijderd






Op één van de locaties waar het Waterschap Limburg momenteel bevers vangt om te doden is de burcht totaal verwijderd. (Op de eerste foto staat hij er nog in volle glorie) Toen ik er onlangs poolshoogte nam schrok ik ervan.

Het was namelijk midden in de periode van strenge vorst en in het gebied stonden nog drie vangkooien. Ik vroeg me af waarom het waterschap het de bevers in die barre periode zo moeilijk maakte, ervan uitgaande dat er nog bevers zouden zitten. Waarom anders die drie vangkooien? Dat was optie A.

En als alle bevers zouden zijn gevangen en de burcht daarom werd verwijderd leek me dat het moment om daar openheid over te geven, optie B.



Ik werd ongeduldig! Keer op keer kreeg ik te horen dat pas in mei, bij het begin van het voortplantingsseizoen, alle vragen zullen worden beantwoord. Ik hoopte op wat meer transparantie vóór die tijd, te meer omdat ik niet de enige ben die het verdwijnen van de burcht heeft opgemerkt.
Ik heb het waterschap beloofd om te zwijgen over deze locatie, om hun werk niet te belemmeren. Op 7 februari schreef ik een blog over mijn ontdekking van de vanglocatie en kondigde toen aan dat ik het waterschap kritisch wil volgen hierin. Vandaar dat ik vroeg om openheid omtrent het verwijderen van de burcht.

Het was niet optie A en ook niet optie B. Toen ik eindelijk antwoord kreeg bleek het optie C te zijn.

 
De beverburcht is inderdaad door het waterschap afgebroken, zo hoorde ik gisteren. Reden daarvoor was dat alle bevers in het gebied gevangen waren. Om hervestiging van nieuwe bevers te voorkomen heeft het waterschap uit voorzorg de burcht afgebroken. 
Later kreeg men de indruk dat er vanuit één van de omringende wateren een nieuwe bever in het gebied is gekomen. 

Ik weet niet of dat werkelijk is aangetoond met een cameraval, ik heb geen cameravallen zien hangen. In ieder geval zijn de vangkooien blijven staan, maar ja, ik zag er geen lokvoer in liggen……!? 

En waarom bleven ze staan op het moment dat men dacht alles te hebben weggevangen? Blijf ik toch nog met een vraag zitten.

Een andere vraag die ik beantwoord wilde zien was: Waarom kwam in januari het verhaal dat de eerste bevers waren gedood in de krant en zwijgt men nu in alle talen? Het waterschap geeft aan dat destijds een journalist van de krant de vangplek wist (getipt?) en dreigde die bekend te maken. Om dat te voorkomen stemde het waterschap in met een interview, waarbij de locatie werd verzwegen. Nu ben ik zelf ook niet vrij van enige journalistieke scoringsdrift, maar bij mij staat toch natuurbeheer voorop. In dit geval denk ik dat ik er beter aan doe om over de locatie te zwijgen.




Het waterschap worstelt met de vraag hoe is te voorkomen dat er nieuwe bevers het gebied in trekken. Tot mijn verbazing ben ik nu ineens een meedenkende partij, want ze vragen me advies hierover.     

Gisteren was ik een dagje naar GaiaZoo en heb lange tijd naar de wolven gekeken. Een natuurlijke vijand van de bever. Ik heb ze goed bestudeerd, voor het geval ik er een keer één tegenkom, dan hoef ik niet te twijfelen of het misschien een hond is. Ik heb de pootafdrukken goed bekeken en hun uitwerpselen gefotografeerd, zodat ik dat kan vergelijken als ik ooit iets vind in het veld.

Bingo! Dat is het! Wolvenpoep!

Misschien schrikt de geur van wolvenpoep bevers af. GaiaZoo kan vast wel iets verzamelen voor het waterschap. Wie weet, voorkomt het een nieuwe vestiging van bevers. Maar dan moet het wel geregeld worden ververst en het is natuurlijk arbeidsintensief. Bovendien moet het worden volgehouden. Ik ben benieuwd of het waterschap iets met deze suggestie gaat doen. Een andere mogelijkheid is een raster om het gebied plaatsen wat voor bijna 100 procent mogelijk is, maar willen we dat met z’n allen?

Wordt vervolgd.